
Artikelen / Groot Nieuws Radio helpt
Arenda woont in Oekraïne: "We werden middenin een oorlog wakker"
7 november 2025Al bijna vier jaar leeft Oekraïne in oorlog. Drones, raketten en luchtaanvallen zijn voor veel inwoners onderdeel geworden van het dagelijks leven. Toch proberen mensen hun werk, hun gezin en hun geloof vast te houden. Een van hen is Arenda Vasylenko, die met haar gezin in Brovary woont, vlak bij Kiev. Samen met haar man runt ze een sociaal centrum voor jongeren met een verstandelijke beperking. Youri belt haar in De Nieuwe Morgen over haar leven in de oorlog.
Wakker worden in oorlog
Toen de oorlog begon, was Arenda thuis met haar gezin. “We werden ’s nachts wakker van een telefoontje: de oorlog is begonnen. Een half uur later sloeg de eerste raket in, vlakbij ons, op een lege afdeling.” De angst was groot, vertelt ze. “Je weet niet wat er gaat gebeuren. In de tweede week stonden de Russen al op vijf kilometer afstand, met zware artilleriegevechten. Dan word je wakker midden in een oorlog.”
Brovary ligt aan de oostkant van Kiev en vormt een laatste verdedigingslinie voor de hoofdstad. “We hebben periodes waarin we bijna dagelijks luchtaanvallen hebben. Soms om de drie of vier dagen. Als het even rustig is, maak je je alweer klaar voor de volgende massa-aanval.” Toch ziet Arenda ook bescherming in alles wat er gebeurt. “Er zijn raketten vlakbij ons neergekomen, maar onze stad heeft relatief weinig schade. Het is bijzonder hoe God ons bewaart.”
De oorlog went nooit
Inmiddels is het dag 1353 van de oorlog tussen Rusland en Oekraïne. Went dat ooit? “Nee,” zegt Arenda, “het went niet. Maar je moet het accepteren als realiteit, anders kun je hier niet leven.” Ze vertelt hoe het dagelijks leven langzaam zijn weg vindt, zelfs tijdens luchtalarm. “Vroeger ging alles dicht, nu gaat niemand meer naar de schuilkelder. De economie moet blijven draaien. Je vertrouwt erop dat je beschermd wordt, maar we kennen genoeg mensen die zijn omgekomen.”
Ook ’s nachts blijven de luchtaanvallen zwaar. “Soms slaap je de hele nacht niet. In Kiev zitten mensen ’s nachts in metrostations en gaan ’s ochtends gewoon weer naar hun werk. Je kunt niet zeggen: ik heb slecht geslapen, ik neem een dag vrij. Dat zit er gewoon niet in. Na vier jaar is het bijzonder hoe mensen hier gewoon doorgaan, omdat ze geen keus hebben.”
Iedereen kent iemand die vecht
De oorlog raakt iedereen. “Iedereen kent wel iemand die aan het front staat, is omgekomen, gewond is geraakt of vermist wordt,” zegt Arenda. “We hebben wekelijks, soms dagelijks begrafenissen van soldaten.” Ook in haar eigen omgeving is het verlies groot. “Een van onze beste vrienden is blind geworden aan het front. Een diaken uit onze kerk is omgekomen. Een andere vriend is al bijna twee jaar vermist. Hij heeft twee kleine kinderen.”
Zelf heeft ze vier kinderen, waarvan een achttienjarige zoon. “Tot nu toe is de dienstplicht vanaf 25 jaar, maar hij denkt er wel over na: Moet ik Oekraïne helpen in het leger, of op een andere manier in Gods koninkrijk? Dat is een heel lastig vraagstuk.”
‘Wees niet bang om te helpen’
Arenda merkt dat veel christenen in het Westen bidden en meeleven, maar dat financiële steun voor bouwprojecten vaak moeilijker is. “Mensen zijn bang om te investeren omdat er hier raketten vliegen. Dat begrijp ik, maar tegelijkertijd: als je hier door de straten loopt, zie je zóveel bouwprojecten. Het leven gaat door. En als dit Gods werk is, dan mogen we erop vertrouwen dat Hij het zal dragen.”







