
Matthijs Vlaardingerbroek: "Mijn waarheid ligt niet in mijn kennis over God, maar in God zelf"
1 juli 2025Twintig jaar geleden zou hij het gesprek dat hij vandaag voert, gevaarlijk hebben gevonden. Te radicaal, te vaag en zeker niet Bijbels genoeg. Toch zit verhalenverteller Matthijs Vlaardingerbroek nu in de studio bij Jorieke met een openhartig verhaal over zijn veranderde geloofsbeleving. Zijn zoektocht begon met een belangrijke vraag: wat als ik mijn eigen stelligheid loslaat en accepteer dat zowel ikzelf als de ander de absolute waarheid niet in pacht heeft?
Die vraag leidde tot een jarenlange ontdekkingstocht, waarbij Matthijs steeds meer ruimte vond in zijn geloof. “Ik denk dat er in mijzelf meer ruimte is gekomen,” vertelt hij. Niet door een boek of een conferentie, maar door het leven zelf. “Richard Rohr zegt: het is of liefde of lijden waardoor mensen veranderen. In mijn geval is het lijden geweest.”
Van zwart-wit naar een open blik
Als hij terugkijkt, herkent Matthijs hoe stellig hij vroeger was. “Ik was ervan overtuigd dat de manier waarop ik de Bijbel las, de enige juiste was,” vertelt hij. En dat móést je horen, want anders zou het misgaan. “We hadden een heel pittig gesprek gehad als we elkaar toen hadden gesproken.”
Die overtuiging was helder, maar niet uniek. “Als je opgroeit in een baptistengemeente, dan weet je: de volwassen doop is de enige juiste. Zit je in een pinkstergemeente, dan geloof je dat de gaven van de Geest voor nu zijn. En als je in een reformatorische kerk opgroeit, leer je misschien dat God sommige mensen uitkiest.” En als je dat eenmaal weet, lees je het vanzelf terug in de Bijbel, zegt Matthijs. “Dat heet eisegese: je leest in de Bijbel wat je van tevoren al hebt geleerd.”
Vrienden worden met niet-gelovigen
Wat hielp om zijn beeld te verruimen, was een bijzondere groep mensen. “Voor het eerst heb ik niet-christelijke vrienden. We zwemmen elke week in zee, ook in de winter. Vandaar de naam: de Zeezwemmers.” De gesprekken met hen, waaronder een atheïstische antropoloog, gaven hem nieuwe inzichten. “Hij zei: ‘Je praat op een heel menselijke manier over God.’ En ik zei: ‘Ja, dat klopt. Want ik kan als mens niet anders dan menselijk over God praten.’”
Dat besef zette hem aan het denken. “In Openbaring leest Johannes een visioen van Jezus, en hij valt als dood voor zijn voeten. Dat zegt iets over hoe groot God werkelijk is. Veel groter dan wij kunnen bedenken. Wij praten menselijk over God, maar in de hemel zullen we verrast zijn over hoe anders Hij werkelijk is.”
Ruimte in geloof
Volgens Matthijs is het belangrijk om te erkennen dat wij zelf niet beschikken over de volle waarheid. “De kern van mijn geloof is dat er een God is die alles gemaakt heeft. Dat Jezus gekomen is als beeld van die God, is gestorven en opgestaan. En dat wij als mensen met die God mogen wandelen, als vrienden.”
Daaromheen, zegt hij, is er veel grijs. “Als iemand vraagt: leven we nu in de eindtijd? Dan zeg ik: dat is een grijs vlak, daar ga ik me niet aan branden.” De overtuiging ligt voor Matthijs niet langer in het hebben van alle antwoorden, maar in het leren kennen van wie God is. “Mijn waarheid ligt niet in mijn kennis over God, maar in God zelf.”