
Eppo Bruins kijkt terug: “Minister zijn is een zware karaktertest”
30 september 2025Hij stond midden in de politieke storm als minister namens NSC. Het kabinet kende spanningen vanaf de start en viel uiteindelijk sneller dan verwacht. Voor Eppo Bruins betekende dat ook het einde van zijn periode als bewindspersoon. Hoe kijkt hij terug op dit jaar in Den Haag? Wat heeft het hem gebracht en waar vond hij steun in deze intensieve periode? In Bij Jorieke vertelt hij er openhartig over.
Spanningen vanaf het begin
Volgens Eppo was het kabinet vanaf dag één kwetsbaar. "Al vanaf het begin voelde je dat het geen gelukkig huwelijk was tussen de vier partijen. Het hoofdlijnenakkoord kwam ook niet in een prettige sfeer tot stand. Elke week dacht ik: het zou zomaar volgende week voorbij kunnen zijn. Pas na een maand of drie kreeg ik er wat meer vertrouwen in dat het misschien toch wat langer zou duren. Maar ook daarna kwamen er regelmatig uitbarstingen."
Vooral in de zomer was de onzekerheid groot. "In de vakantie dacht ik al: ik weet niet of we volgende week nog zitten. Het was echt lastig. Omdat het een hoofdlijnenakkoord was, moesten we het regeerprogramma zelf schrijven, samen met onze ambtenaren. En daarin kwamen andere accenten, andere keuzes. Dat werd een politieke strijd op zich, midden in de zomer."
Meteen weer lid van de ChristenUnie
Na zijn vertrek maakte Eppo meteen weer de keuze om lid te worden van de partij die hem dierbaar is. "De dag erna ben ik weer lid geworden. Gewoon als burger. Ik vind het belangrijk om partijen te steunen die in het midden zitten, die redelijkheid uitstralen en een christelijke inborst hebben."
Hij kiest er bewust voor om niet meteen weer politiek actief worden of op congressen rond te lopen: "Ik weet dat ik mensen pijn heb gedaan. Maar ik steun de ChristenUnie in de campagne. En ik ben ook nog lid van NSC. Dat mag gewoon als burger, je mag van meerdere partijen lid zijn."
Het onverwachte telefoontje
Dat hij minister zou worden, had Eppo nooit verwacht. Maar toen hij eenmaal de vraag kreeg, had hij niet lang de tijd om na te denken. "Het moest eigenlijk binnen 12 uur besloten worden, liefst nog dezelfde dag. Hij belde me ergens eind van de ochtend, en voor het eind van de dag moest ik een antwoord geven."
In die korte bedenktijd dacht hij terug aan bijzondere momenten van de weken ervoor: "Het begon eigenlijk al maanden eerder. Iemand zei toen tegen me: ‘Bij je volgende grote beslissing zul je God niet horen.’ Dat vond ik nogal wat. Ik was het eigenlijk alweer vergeten, maar had het opgenomen op mijn mobiel. Toen ik Pieter Omtzigt een paar keer tegenkwam, dacht ik wel eens: zou hij mij vragen? En toen hij belde, had ik net een paar dagen daarvoor Psalm 32:8 van iemand gekregen."
Een Bijbeltekst als bevestiging
Die tekst uit Psalm 32 werd voor hem een duidelijke bevestiging. "Ik onderwijs u en leer u de weg die u moet gaan; Ik geef raad, Mijn oog is op u. Een paar dagen later kreeg ik diezelfde tekst opnieuw van iemand anders. En de dag voor het telefoontje had ik een droom waarin ik mezelf als een paard met een bit in de mond zag, ik kon niet spreken. Ik vertelde het aan mijn vrouw, en toen we Psalm 32:8 erbij pakten, zei ze: ‘Weet je dat dit onze trouwtekst is?’"
Toen hij verder las, werd het nog duidelijker: "Er stond: 'Wees niet als een paard of muildier zonder verstand, zijn bek houdt men in toom met bit en toom.’ Dat sloeg zó op die droom. En verderop stond: ‘Wie op de HEERE vertrouwt, hem zal de goedertierenheid omringen.’ Toen dacht ik: als ik deze belofte meekrijg, dan moet ik het doen. En toen heb ik ja gezegd."
Het besluit was spannend, maar gaf hem ook rust. "God zegt: vertrouw op Mij, dan ben je veilig. En ik was er best bang voor. Het is een grote stap. Je weet dat er veel op je afkomt, en je moet je oude partij loslaten." Het geloof hielp hem om die stap toch te zetten.
Openlijk praten over geloof
In zijn werk bleef het geloof voor Eppo altijd dichtbij. "Ik voelde geen zendingsdrang, maar ik zie mezelf wel als een verbinder. Omdat ik de eerste achttien jaar van mijn leven niet expliciet met geloof ben opgegroeid, weet ik hoe ik over mijn geloof kan praten zonder meteen in ‘tale Kanaäns’ te vervallen. Ik kan mensen bereiken die niet geloven. Ik praat graag en openlijk over mijn geloof, zonder schaamte. En als de kans zich voordeed, heb ik dat ook gedaan. Ik hoop dat dat gewaardeerd is."
Ook gebed speelt een belangrijke rol in Eppo's leven. Toch heeft hij nooit met zijn collega's gebeden: "Dat vind ik te intiem. Maar ik heb wel vaak in stilte gebeden, zeker op spannende momenten of als de argumenten op waren. Dan zat ik even stil, zei niets, en bad. En soms gebeurde er dan iets moois, dat je ineens een zacht hart tegenkomt waar je het niet verwacht. Dan denk je: zou dat God zijn die werkt in het kabinet? Wie weet. Ik durf dat niet in te vullen, maar het troostte me wel dat ik altijd nog het gebed had, ook als woorden tekortschoten."
Een zware test van karakter
Het werk als minister heeft hem veel geleerd, maar hij bleef dicht bij zichzelf. "Minister zijn is een zware karaktertest. Politiek in het algemeen trouwens. Maar ik denk oprecht dat ik niet veranderd ben. Ik heb veel geleerd, veel meegemaakt, ook lelijke dingen. Daar loop je schrammen en littekens van op. Maar ik ben niet geraakt door de macht. Ik hecht niet aan de voorrechten. Ik heb het altijd als een voorrecht gezien om dit te mogen doen. En dat is het nog steeds."
Zijn vrouw hield niet alleen thuis alles draaiende, maar hielp Eppo ook om met beide benen op de grond te blijven staan: "Zij hield mij ook een beetje normaal, bracht me tot rust als het tegenzat. Ze speelde een enorme rol, ook in het levend houden van het geloof. Iedere week weer begonnen we bewust de week met God, dat was buitengewoon betekenisvol."
Stug in de politiek, warm aan tafel
Ook de omgang met collega’s in de ministerraad was soms een ware karaktertest. Zo vroeg Jorieke hem naar Marjolein Faber, die vaak als hard en onbuigzaam wordt gezien. "Ze houdt altijd vast aan haar mening, daar krijg je haar niet van af. In die zin is ze stug als een stalen deur." Toch ontdekte hij een andere kant: "Aan de lunchtafel is ze juist heel leuk en grappig. What you see is what you get, zonder masker."
Hoewel hij haar overtuigingen vaak verre van de zijne vindt, kan hij haar als mens wel waarderen. "Ze zegt wat ze denkt en denkt wat ze zegt. Dat is in de ministerraad niet altijd effectief, maar wel eerlijk. En ook al ben ik het totaal niet met haar eens, ik probeer altijd het goede in mensen te blijven zien. Zij doet wat ze doet met hart en ziel, en dat kan ik respecteren."
Hoop voor de toekomst
Als hij vooruitkijkt, ziet Eppo de toekomst vol vertrouwen tegemoet: "De Heer heeft altijd voor me gezorgd, en dat zal Hij ook in de toekomst doen."
Tot slot kwam de vraag voorbij wat hij zou doen als straks, na de verkiezingen, de telefoon weer gaat. Stel: hij zit rustig met zijn vrouw aan de koffie en ziet op het scherm de naam van CDA-leider Henri Bontebal. Zou hij dan opnemen, of zijn telefoon ver weggooien? Eppo hoeft daar niet lang over na te denken. "Ik neem Henri altijd op. Het is een goede vent, een eerlijke vent. Dus ja, ik neem eerst op en dan hoor ik wel wat hij vraagt."
Het hele interview kun je hieronder terugluisteren!